Leve de grote stad
« Voorgaand artikel |
Overzicht
| Volgend artikel »
Allochtonen worden niet als gewone mensen gezien
12 juni 2002
Oud-wethouder Herman Meijer (Rotterdam) blikt terug op stadsvernieuwing in Zorg + Welzijn
Als wethouder drukte Herman Meijer acht jaar lang zijn stempel op de stadsvernieuwing, grotesteden- en migrantenbeleid in Rotterdam. Met de stadsetiquette, de wijkaanpak en zijn steun aan het 'opzoomeren' trok hij vaak landelijk de aandacht. 'Er zijn géén no go-area's.'
In een witte overal timmert Herman Meijer thuis kasten waarin zijn archief uit het stadhuis moet komen. De Rotterdamse oud-wethouder voor stadsvernieuwing, volkshuisvesting, grotesteden- en migrantenbeleid (GroenLinks) kondigde voor de verkiezingen zijn afscheid al aan. Na de politieke aardverschuivingen, lokaal en landelijk, maakt de doorgaans opgewekte Meijer bij vlagen een wat bittere indruk. Hij weet niet hoe hij zich van de uitslag van de lokale verkiezingen moet aantrekken, zegt hij. 'Er waren alleen landelijke issues: Paars is een puinhoop, de grenzen moeten dicht en de islam heeft een achterlijke cultuur. Veiligheid was misschien een lokaal thema, maar dat is het ook in Veenendaal, Zutphen en Parijs. Je kunt er gewoon niks mee.'
Meijer maakte als bevlogen bestuurder sinds 1994 naam met projecten als 'de veelkleurige stad', de wijkaanpak en stadsetiquette. Dat zijn basisregels voor de dagelijkse omgang, zoals opstaan in de tram voor ouderen en 'goeie morgen' zeggen. Ook was hij een fervent promotor van de Opzoomerbeweging, die zich inmiddels met 1200 bewonersgroepen door de stad inzet voor verbetering van het sociale klimaat. 'Een niet te onderschatten kracht en de tegenpool van de Fortuyn-stemmers. Mensen die constructief met iets bezig zijn, een normale verhouding hebben met het bestuur en het opbouwwerk.'
Gaat de stadsetiquette niet te veel van de veronderstelling uit dat het heel slecht gaat tussen de verschillende groepen?
'Het is allemaal veel anoniemer en individueler geworden, dat is een wijd verbreid grotestadsverschijnsel. Als je met elkaar in gesprek raakt, blijkt het heel goed mogelijk om normen voor het publieke domein te vinden die breed gedragen worden. Dat is niet betuttelend, die komen uit de mensen zelf. Dat heeft niets te maken met culturele herkomst. Vaak gaat het over het schoonhouden van de openbare ruimte, beleefdheid, dat je elkaar met respect moet behandelen. Ook bij de wijkaanpak gaat het erom dat je sociaal investeren tot hart maakt van de activiteiten. Sociaal-cultureel werk en opbouwwerk hebben sinds jaren weer erkenning gekregen.'
Wat moet er gebeuren om het sociale beleid meer vaart te geven?
'In Hoogvliet diep je zo tien fantastische voorbeelden op van dingen die hartstikke goed gaan. Voortreffelijke projecten met tienermoeders, buurtmoederprojecten, Thuis op straat. Het is de kunst om het gebruik van pleinen zo te organiseren dat die groepen elkaar niet in de weg zitten. Dat hebben we systematisch uitgebreid tot alle strategische wijkaanpakgebieden, de moeilijke delen van Noord, Crooswijk, Delfshaven, Hoogvliet, Charlois en Feijenoord. Er zijn al zo'n dertig pleinen met zo'n aanpak. Dat heeft vaart genoeg.'
Maar er zijn toch ook pleinen waar de krotten veel te lang dichtgespijkerd staan en jarenlang drugsoverlast en criminaliteit veroorzaken?
'Al in 1992 zijn er enorme gaten geslagen. De stuurgroepen stadsvernieuwing zijn toen opgeheven en dat is overgedragen aan de corporaties. Op sommige plekken in Bospolder en Spangen is tien jaar lang niets gebeurd, niets. Ongelooflijk frustrerend. Het verzelfstandigd gemeentelijk woningbedrijf zei soms gewoon: die projecten doen we niet. Ik heb er strijd voor gevoerd, maar we hadden geen middelen ze te dwingen. Dan moest je wachten tot een andere corporatie het overnam, dat bleef soms jaren liggen. Die verzelfstandiging van de corporaties en het opheffen van de projectgroepen stadsvernieuwing was volkomen onverantwoord.'
Gingen uw projecten rond de multiculturele stad soms niet aan de onaangename kanten voorbij?
'Op de onaangename kanten kun je natuurlijk geen beleid maken. Ik ben nog altijd optimistisch, wij hebben een buitengewoon vreedzame stad. Als je wilt weten wat er allemaal mis kan gaan, dan moet je verdomme eens kijken wat er in Birmingham of Antwerpen gaande is. We hebben wel met criminaliteit en gewelddadigheid te maken, maar niet met rassenrellen. No go-area's hebben we niet.
'Er zijn heel veel mensen voor wie de multiculturele samenleving vanzelfsprekend is. Dat schijnt niet meer te mogen. Het is blijkbaar raar dat je het hier nog gezellig vindt. Ik geniet nog gewoon van de stad. Bijvoorbeeld Marokkanen vind ik prettig. De gastvrijheid, de manier waarop je van eten en drinken wordt voorzien, de warmte en hartelijkheid. Creoolse Surinamers en Kaapverdianen vind ik ook heerlijk volk. Die hebben zoveel aan de goede sfeer in de stad bijgedragen.'
Heeft u niet vooral in het multiculturele elitecircuit gefunctioneerd en heeft u wel genoeg straatrumoer meegekregen?
'Ik ben in vrij veel moskeeën geweest. Dat is zo proletarisch als het maar kan. Daar kom je ook alle verhalen van de gewone mensen tegen, over coffeeshops en vervuiling. Klachten van autochtonen worden in de pers altijd veel serieuzer genomen dan de klachten van allochtonen. Ook hun verhalen hoor je serieus te nemen en dat doet bijna niemand, echt niet. Die worden niet als gewone mensen beschouwd, die zijn altijd een probleem.'
Opgewonden: 'Kijk eens naar de journalistiek, ik word er soms misselijk van. Ze komen nu weer met het rotverhaal over 'de mensen in de wijken', net als vier jaar geleden. Dan bedoelen ze autochtonen die kankeren. De journalisten schrijven: de gewone bewoners zijn niet gehoord en die stemmen nu op Fortuyn. Het is niet waar dat de autochtonen in de oude wijken zulke problemen hebben met allochtonen. De grote stempercentages zitten in IJsselmonde, in Vreewijk, dus in de doorgangswijken en in de witte enclaves. De mensen met de minste contacten met allochtonen stemmen het meest op Fortuyn.'
De angst voor de orthodoxe islam is toch niet zo verwonderlijk? Politicologe Ayaan Hirsi Ali zegt dat moslims ontkennen dat er veel mis is, bijvoorbeeld de positie van de vrouw.
'Ik heb al in 1992 in de raad gesteld dat mannen vrouwen niet kunnen thuishouden, omdat de overheid vindt dat die ook een inburgeringscursus moeten doen. Je moet zorgen dat je de discussie intern stimuleert. Daarom steunen we al die moslimvrouwengroepen, vanwege de emancipatie. Waar denk je dat die over praten? Toch niet hoe ze zo onderdanig mogelijk zijn aan hun mannen? Ook bij die vrouwen met hoofddoekjes vindt sluipenderwijs emancipatie plaats. Niemand kijkt wat er onder die hoofddoekjes gebeurt. De militante moslima's halen alle argumenten uit de Koran die antipatriarchaal zijn. Zij stimuleren zelfstandigheid, persoonlijke groei. Die vrouwen hebben hartelijk gelachen om Fortuyn, die wel even voor hun emancipatie zou zorgen. Die arrogantie, die aanmatiging, dat geloof je toch gewoon niet?'
Hoe denkt u dan over spreidingsbeleid van allochtonen, zoals de SP steeds bepleit?
'De Huisvestingswet staat niet toe dat etniciteit uitgangspunt van het beleid wordt. Door het aanbodmodel in de woonruimteverdeling vindt er al spreiding plaats. Net als door de bouw van duurdere koopwoningen voor de spreiding van autochtonen. 85 procent van de bouwproductie is koopwoningen, maar de SP vindt dat de nadruk te veel dure op woningen ligt. Als je de autochtonen wilt behouden, als je de witte vlucht wilt stoppen, moet je meer duurdere woningen bouwen. Dan zegt de SP: bouw gewone woningen voor gewone mensen, maar we hebben al zestigduizend van die goedkope krengen te veel.'
U schrijft nu over de spanning tussen immigratie en verzorgingsstaat. Wat signaleert u hierover?
'Nieuwkomers moeten niet automatisch recht hebben op een uitkering. Mensen moeten hun burgerschap en hun rechten opbouwen door eigen inspanning. Anderen die de verzorgingsstaat dragen, hebben er ook voor gewerkt. Hoe minister Roger van Boxtel van grotesteden- en integratiebeleid het heeft gedaan? Zijn positie als minister vond ik te zwak. Als integratie echt een kabinetszaak was, dan had Van Boxtel meer kunnen doen. Fortuyn heeft daar wel een punt: er is te weinig systematisch over immigratiepolitiek nagedacht. Toon als staat eens interesse als hier mensen komen. Dat je zegt: u bent hier welkom, we zijn zeer geïnteresseerd hoe het met u gaat. Wat kunt u al en wat moet u bijleren om hier succesvol te zijn? Maak het succesvol burgerschap van immigranten tot hoofddoelstelling.'