Leve de grote stad

« Voorgaand artikel | Overzicht | Volgend artikel »

 Congrestoespraak verkiezing tot partijvoorzitter
15 februari 2003

Download de toespraak:
- congrestoespraak.doc
- congrestoespraak.txt

Partijgenoten, Vrienden, Congres,

Ik sta hier nu anders dan ik daarnet hier zat, wat meer ontspannen ook. Het is een bijzondere ervaring om met zijn vijven naar zo'n functie te dingen. Van tevoren is me gevraagd: vind je het geen bezwaar als er meer kandidaten zijn, en ik heb gezegd - ja, dat lijkt me prima -. En die tour die we door het land gemaakt hebben, met regionale bijeenkomsten, was heel erg geschikt voor de partij om ons te leren kennen, vragen te stellen en eens goed te kijken wat nou de verschillen waren tussen de personen, in hun aanpak enzovoort.

Wat dat betreft dus een aanwijzing voor de partij hoe we deze dingen in de toekomst kunnen doen. Als het even meezit dan graag, en graag op die manier.

Ik heb mijn toespraak een motto meegegeven, een vraag: moeten we de partij opnieuw uitvinden? Ik heb dat niet zelf verzonnen, ik las het in een artikel in een gerenommeerd weekblad.
Het was de conclusie uit twee opeenvolgende verkiezingsuitslagen waarin wij van 11 naar 10 en naar 8 zetels zijn gegaan.

Op zich kun je daar een aanleiding in vinden om als partij eens goed na te denken over wat je eigenlijk voorstelt, en of je jezelf niet opnieuw moet uitvinden.

Maar misschien zijn er wel betere aanleidingen nog, om die vraag te stellen.
En die zitten in de ontwikkelingen van de afgelopen decennia op een aantal gebieden.

We hebben te maken met de wonderlijke onthechting van het electoraat.
Met het feit dat zoveel mensen geen vaste binding hebben met enige partij.
Ik zeg daar mee dat zij zich daar niet in thuis voelen en dat zij , elke keer opnieuw, zichzelf voor een keuze gesteld zien.

Het zit ook in de jarenlange doorgaande afkalving van het ledental van verschillende partijen in Nederland.
Uiteindelijk heeft nog zo'n 2% van het totale Nederlandse electoraat een band met een politieke partij. Dat betekent dus dat 98% van mensen die mogen kiezen , aan die
2% voortdurend eisen stellen, vragen opdringen en willen afrekenen, telkens wanneer zij het "niet goed" hebben gedaan.
Een wonderlijke verhouding.

Er is in het algemeen nu al jarenlang voortdurend twijfel over zin en nut van politieke partijen, bijvoorbeeld met het argument dat het gesloten circuits zijn, dat zij elkaar de bal toespelen. dat zij aan achterkamertjes-politiek doen, en wat dies meer zij.

Ook op zichzelf een reden om naar jezelf te kijken, of dat allemaal op jou als partij van toepassing is.

En dan is er nog een soort verklaring voor de ondergang van "paars",
die wel gegeven is in de geestelijke leegte die dat kabinet heeft achtergelaten.
Het feit dat de VVD en PvdA door hun samenwerking elkaar onderling qua achtergrond hebben opgeheven, en er geen zin meer in het totale bedrijf te ontdekken viel.

Maar misschien zijn er nog wel specifiekere redenen waarom wij onszelf de vraag mogen stellen of wij onze partij opnieuw moeten uitvinden. Die zitten bijvoorbeeld in het brede onbehagen over de globalisering en de uitwerking daarvan.
En dat kan zijn : onbehagen over de Europese eenwording en de uitbreiding van de Europese Unie zoals die op dit moment plaatsvindt, respectievelijk onbehagen over de immigratie en haar gevolgen.

En er kan ook een reden zitten om nog eens dieper te kijken, in de beweging die het gevolg is van het onbehagen over de globalisering: namelijk de nationale blikvernauwing om het zo maar te noemen.
Afgelopen jaar, in de verkiezingscampagnes van de partijen in het bijzonder,
zien we een soort nationale blikvernauwing, waarbij de natiestaat opnieuw het kader wordt, en ook het enige kader, waarbinnen politieke bewegingen worden gedacht.

En tenslotte kan er nog in een heel ander soort kwesties reden gevonden worden
om je bestaansrecht als partij zelf, en de vorm die je hebt aangenomen,
te bezien: "wat zijn de culturele wortels die die verschijnselen hebben?"

Het uiteen vallen van zingevende sociale verbanden is er een. Een proces van jaren dat de nodige gevolgen heeft.
En daarmee samenhangend de nagekomen effecten van het ik-tijdperk.
Een tijdperk dat ooit begon met de leus "aan jezelf werken"
- en ik heb ook zelf heel veel mensen gezien die op een goed moment afscheid namen van de partij en aan zichzelf gingen werken -
maar dat uiteindelijk is uitgemond in iets heel anders, namelijk in het verschijnsel: "grote monden , bij kleine ego's".

En ik bedoel daarmee dat mensen onder de druk dat ze iemand moeten zijn,
- dat ze overal een mening over moeten hebben,
- dat ze voor zichzelf moeten opkomen ,
- dat ze het recht te hebben op respect enzovoort enzovoort enzovoort
- maar dat ze dat niet kunnen waarmaken bij gebrek aan cultureel kapitaal en echte overtuiging,
en dus lichtgeraakt zijn, snel agressief worden
- met andere woorden wel een heel kort lontje hebben-
omdat ze deze omstandigheden niet aankunnen.

Die culturele verschijnselen zijn voor ons als partij de omgeving waarbinnen we functioneren.

En dat kan allemaal aanleiding zijn tot vragen als
- wat is een goede verhouding tussen het individu en de gemeenschap ?
- wat is zinvol handelen ?
- wat is de toekomst van de nationale staat ?
- waar leidt dit alles toe ?
en
- wat kunnen wij daar aan doen ?.

En dat betekent dus voor onze partij ,
dat dat vragen stelt aan ons eigen burgerschap.
Dat het vragen stelt aan de politieke meningvorming waar wij aan doen,
en dat het vragen stelt aan onze partij als machtsfactor.

Nou is er bij al die omstandigheden die ik noem een heel vrolijk lichtpunt en dat zijn de 21.000 leden die wij inmiddels hebben.

Het is een kwart van dat aantal dat in het afgelopen jaar lid is geworden.
Die mensen zijn lid geworden onder zeer bijzondere omstandigheden.
Zij zijn lid geworden naar aanleiding van een aantal alarmerende dingen.
En daar hoort alles wat ik daarnet heb genoemd uit en te na bij.

Het gaat om mensen die zeggen: " als het met Nederland die kant op gaat ,
dan willen wij ons er wel weer tegenaan bemoeien. Want dit is niet de richting die wij wensen ."
Het gaat over bijzonder gemotiveerde leden van onze partij.

Dus als wij onze partij vragen stellen als: "moeten wij onze partij opnieuw uitvinden?" dan doen wij dat onder omstandigheden die kansrijk zijn.

Mag ik even met jullie nalopen de drie dingen die van belang zijn:
Burgerschap, meningsvorming en machtsvorming.

Burgerschap is iets wat in onze omstandigheden niet vanzelfsprekend is.
Het is niet vanzelfsprekend dat je een verantwoordelijk participant bent op buurtniveau, het is niet vanzelfsprekend dat je op nationaal niveau een verantwoordelijk participant bent. En het is ook niet vanzelfsprekend dat je je op Europese schaal een burger voelt.

We hebben daarnet gedemonstreerd tegen een mogelijke oorlog in Irak; en wij doen dat in een bonte verzameling van mensen.
Maar wij doen dat ook, zou ik willen zeggen, als Europese wereldburgers.
Wij zijn bewoners van een continent dat in de 20e eeuw het bloedigste continent op deze aarde was.

En ik heb, net als zo veel oude mannen in deze zaal, nog gelopen met een bordje:
"ik ben van na de oorlog en dat wou ik graag zo houden."

Het is niet gek dat bewoners van dit continent met al hun hartstocht zoeken naar
vreedzame wegen, zullen zoeken naar vreedzame oplossingen voor gerezen problemen.
En het is ook helemaal niet gek om ons aan te treffen achter spandoeken,
tegen deze oorlog.

Burgerschap is om nog andere redenen een speciale opgave.
Door de verschuivende grenzen, door het verval van de nationale staat,
is het heel erg de vraag waar je loyaliteiten hebt, waar je primair je oriëntatie hebt en waar je zinvol actief kunt zijn.
Het is ook een opgave doordat er niet zoveel vanzelfsprekende sociale verbanden zijn
waar je je thuis kunt voelen.
En het is ook een opgave door de culturele verscheidenheid die ons land en onze steden kenmerkt.

De kunst zal dus zijn, om burgerschap in een multiculturele setting opnieuw te denken
En vorm te geven, en daar zelf als partijgenoten ook de vormen voor te vinden.
Ons eigen burgerschap zal ook inspirerend moeten zijn voor het burgerschap van anderen, en het zal ons ook laten ontdekken waar knelpunten en problemen zitten.

En het zal ons ook iets kunnen leren over de uitsluiting die feitelijk plaatsvindt.
Uitsluiting van mensen van een echt, volwaardig burgerschap en de vraag
wat daaraan te doen valt.

En ook dat is, na de verkiezingsuitslagen van vorig jaar,
na de beweging van Fortuyn en met alles wat er daarna geroepen is een uitzonderlijk
belangrijke, grote opgave.

Er zijn in dit land geen "soorten burgers", er zijn in dit land alleen burgers die de roeping hebben en de mogelijkheid zouden moeten hebben, en wat ons betreft ook zullen krijgen, om allemaal eersterangs burger te zijn.

Dan, partijgenoten, wat over meningsvorming.

We hebben een jaar achter de rug -en iedereen kent het inmiddels- waarin veel mensen zeiden wat ze dachten. En dat hoeft helemaal niet erg te zijn.

Maar mij bekroop meer dan eens de reactie: "Dat kán je helemaal niet denken; je mag het wel zeggen maar je kun het helemaal niet denken!.."

Een heel treffend voorbeeld vond ik door Femke terecht aangegeven:
"de integratie is mislukt".
Dat is een belediging van een heel aantal mensen, zoals Femke terecht zei.
Het is ook een vorm van uitsluiting van heel veel mensen, maar het is vooral ook een vorm van beroerd denken, simpelweg omdat in die uitspraak..

(applaus )

..omdat gewoon niet bedacht is:
"Als er iets is mislukt, was er dan een doel geformuleerd dat moest lukken? "

Omdat niet bedacht is: "wat is integratie eigenlijk ?",
en dat ook helemaal niet bedacht is: "wie doet die uitspraak eigenlijk ?"
en "wat zegt dat over de verhouding van die persoon tot de kwestie?"
Bij integratie is uiteraard de spreker en het besprokene altijd deel van dezelfde kwestie.

Een gefundeerde mening is inmiddels een schaars en groot goed,
en onze partij kan daar aan bijdragen.
En ik vind het een prettig idee om met het nieuwe partijbestuur te kunnen bedenken:
"waarover willen wij in de komende jaren een gefundeerde mening vormen ?".
En dat we daar de thema's voor nemen die echt onontkoombaar zijn, en
waarvan we met z'n allen vaststellen - ja, daarover zou elk GroenLinks-lid,
in de volle breedte van de partij een gefundeerde mening moeten hebben,
kunnen verdedigen en uitdragen...
En dat kunnen dingen zijn als de kwestie immigratie, dat kan de kwestie zijn van
Europa en de uitbreiding van de Europese Unie, het kan zijn de toekomst van de verzorgingsstaat, het kunnen zijn de vredeoperaties en hoe daarin op te treden ,
en dat kan zijn de kwestie van de emancipatie.

Dat laatste, daar wil ik iets meer over zeggen:
Ik zou het een grote uitdaging vinden, en een grote mogelijkheid,
als wij als partij opnieuw konden formuleren dat wij een emancipatiepartij zijn en hoe wij dat zijn.
Maar dan wel met verwerking van de kritiek op de jaren 60,
en verwerking van de kritiek op het ik- tijdperk.
Dat wil dus zeggen dat wij emancipatie leren formuleren, niet in termen van zelfverwerkelijking, maar in termen van kwaliteit van relaties.

Het is een hoog-politieke kwestie naar mijn idee,
ik zal niet iedereen daar nu eensklaps van overtuigen,
maar ik heb nog een paar jaar te gaan om het zover te brengen

Dan, vrienden en partijgenoten, de machtsvorming.

Het zal naar mijn idee een grote kunst zijn,
- en dat heeft alles te maken met dingen als de verkiezingsuitslag in relatie met bevolkingsgroepen het zal een groot ding zijn om uit te vinden hoe wij aan gerichte machtsvorming kunnen doen op een beperkt aantal terreinen, die wij zeer zorgvuldig zullen kiezen.

Het gaat dan om de effectiviteit van ons optreden:
wie zoeken we op, met welke punten,
met wie kunnen we verbonden zijn .
En: zijn wij zelf als partij open en toegankelijk genoeg voor mensen die een beroep
op ons zouden willen doen, of kunnen doen ?

Het gaat om onze aanwezigheid, het gaat ook om onze zichtbaarheid,
het gaat om de verspreiding van ons gedachtengoed,
het gaat om de aandacht die wij daarvoor krijgen,
het gaat om de invloed die wij daarmee uitoefenen.

Ja, wij moeten -is mijn eigen antwoord- de partij opnieuw uitvinden.
Sterker nog, wij zijn al bezig de partij opnieuw uit te vinden,
de partij opnieuw vorm te geven.
En dat gaat, moet ik hier zeggen, dankzij het vorige bestuur, en dankzij
het werk van Mirjam
Wij zijn bezig om de partij opnieuw uit te vinden, opnieuw vorm te geven.

Dat zit in dingen als een nieuwe actie-coördinator die de effectiviteit van ons optreden bewaakt en vergroot.
En dat zit in het onderzoek dat nu loopt naar de mogelijkheid om de partij te voorzien van een stevige schil van bondgenoten in de vorm van donateurs.

Het zit in de bevordering van een cultuur van "de daad bij het woord":
dat werkgroepen niet klaar zijn als ze een perfect standpunt hebben geformuleerd
en bedacht, maar dat ze pas klaar zijn als ze daar ook de actiekant van hebben benoemd. En weten waar je dat brengt, hoe je dat brengt, en hoe je dat standpunt tot een reële werkelijkheid maakt.

Een mooi voorbeeld uit de afgelopen periode zijn de schijnwerperacties die helemaal die vorm hadden.
En het is heel goed denkbaar dat wij vanuit het landelijk partijbestuur afdelingen steunen door actiepakketten aan te bieden die het mogelijk maken eenheid van denken en doen op plaatselijk niveau te realiseren.

Meer afstemming met maatschappelijke bewegingen tenslotte, is ook ingezet in de afgelopen periode en is ook een vorm waarin de effectiviteit van ons optreden wordt vergroot.
Partijgenoten, vrienden, congres, daarop willen wij door.

Meer effectiviteit door meer structuur in denken en doen.
Gebruikmaken van de creativiteit en het initiatief van de leden.
Lijn brengen in al onze activiteiten, gelegenheid bieden en sfeer scheppen.
En ook dat laatste is van groot belang.

En dat alles doen we dan vanuit de overtuiging
dat er voor meer mensen een beter en zinvoller bestaan mogelijk is;

dat we anders met de aarde kunnen omgaan.

dat er meer zeggenschap kan zijn voor mensen over hun bestaan.

dat vreedzame onderlinge verhoudingen mogelijk zijn.

En dat het dus zin heeft een partij als de onze, telkens opnieuw uit te vinden.

Dank voor jullie vertrouwen,
ik hoop op een mooi nieuw gekozen bestuur
- de uitslag moeten we nog meemaken --
En ik dank jullie voor jullie aandacht.