Leve de grote stad

« Voorgaand artikel | Overzicht | Volgend artikel »

 Protestants
10 mei 2003

Soms voel ik mij erg protestants. De voorlaatste keer was bij een bezoek aan de Sint Pieter in Rome. Het is niet alleen een toeristische trekpleister van de eerste orde en een plek waar de religieuze macht voelbaar zetelt. Het is ook een prachtig bouwwerk, ongehoord rijk gedecoreerd en buitengewoon knap in elkaar gestoken, een gaaf voorbeeld van architectonische massa-enscenering.

En toch kwam onweerstaanbaar in mij de gedachte op aan de manier waarop het geheel gefinancierd is. De herinnering aan de aflatenhandel en Luthers protest stond in mij op. Niets van de gevraagde vroomheid noch van de bijna opgedrongen eerbied was in mij te vinden. Ze weken voor een inwendige roep om eenvoud en de hang naar wit pleisterwerk.

De laatste keer dat ik mij erg protestants voelde was bij de toespraak van president Bush waarvan de televisie grote stukken uitzond. Ik moest begrijpen dat hier niet zo maar iemand met een politiek ambt eenvoudige politieke doeleinden nastreefde. Ik moest begrijpen dat hier iemand sprak met een missie van hogerhand. Had hij al eerder vermetel de woorden van onze Heiland geleend - "wie niet met ons is, is tegen ons" - nu ging hij nog een stap verder.

De pax americana die hij moet verbreiden, de vrijheid (vrije markt, democratie) is niet slechts een way of life van het Amerikaanse volk, nee, zij is "het geschenk van God aan de wereld". Ik was plotsklaps terug bij mijn catechisatie waar we uitleg kregen van het derde gebod. Je kon, leerde ik, ook vertalen: gij zult de naam van de Heer, uw God, niet voor uw ijdelheden gebruiken. Het gaat hier niet om iets kleins als vloeken. Het gaat om grootspraak die tot escalatie leidt. We zijn dus gewaarschuwd, "want de Here zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt."

Herman Meijer

Dit artikel werd gepubliceerd in het mei-nummer van Reveil.