Leve de grote stad
« Voorgaand artikel |
Overzicht
| Volgend artikel »
De mensen zelf
30 juni 2010
Soms heeft het zin om te herinneren aan de oorsprong van dingen. Dat geldt zeker voor het Opzoomeren. Het schoonvegen en aanbrengen van lichtbolletjes in de Opzoomerstraat staat voor bewonersinitiatief, maar ook voor nalatigheid van overheidswege. Het vuil en de onveiligheid in de straat had de gemeente zich eerder mogen aantrekken. Maar het vervolg staat nog voor iets anders, namelijk voor veranderde verhoudingen tussen gemeentebestuur en bevolking. Want het gemeentebestuur trok zich niet alleen de zorg om veiligheid en properheid aan, het erkende tegelijkertijd het belang van bewonersinitiatief.
In het beleid van sociale vernieuwing koerste men uitdrukkelijk op een herschikking van verantwoordelijkheden. Wilde het overal in de stad goed komen met schoon, heel en veilig, dan was het zaak meer verantwoordelijkheid bij 'de mensen zelf' te leggen. In een stad als Rotterdam met een sterke sociaal-democratische traditie waarin veel van de overheid wordt verwacht, was dat een revolutionaire stap.
Het klinkt sinds die tijd veelvuldig: de mensen zelf zullen het moeten doen. Alleen, wie zijn die 'mensen zelf'? Het zijn de bewoners, natuurlijk. Maar daarmee is nog niet zo veel gezegd. Want willen bewoners van de stad verantwoordelijkheid voor het openbare gebied kùnnen nemen, dan zullen ze zich moeten verenigen. Ieder voor zich is niet in staat om de verantwoordelijkheid voor een straat, een trapveldje, een plein of een plantsoen te nemen, laat staan voor sportactiviteiten, taalverwerving, armoedebestrijding of kunstmanifestaties.
Het komt er dus nogal op aan in wat voor formatie de Rotterdammers optreden, hoe ze zich organiseren. Dé cruciale uitvinding in dit verband is het straatnetwerk. Wanneer je de stad als een sociaal organisme mag beschouwen, dan is het straatnetwerk een van de cellen waaruit dat organisme is opgebouwd. En zo kom ik bij de straatbarbecue.
Voor de straatbarbecue geldt niet: wat je ziet is wat je krijgt. Want je ziet een barbecue, maar je krijgt een netwerk. Dat begint al bij het organiseren van de inkoop van vlees en paprika's. Het ontwikkelt zich onder het braden en eten. Het krijgt nieuwe vormen bij het opruimen en afwassen. En het zet zich de dag erna voort bij het groeten en even napraten. Het is een licht netwerk dat zo ontstaat, zonder contractuele verplichtingen, zware toelatingseisen en sancties. Toch is dit lichte netwerk het absolute minimum en de eerste voorwaarde voor een goed functionerende straat waarin bewoners van elkaars nabijheid profiteren.
Eigenlijk maakt het niet uit of die activiteit een barbecue is. Essentieel is dat het gaat om een activiteit die organisatie vergt, die op straat plaatsvindt en waaraan alle bewoners kunnen deelnemen. Iemand die niet van barbecuen houdt zal zijn energie steken in iets anders dat dezelfde effecten heeft. Wie zo doet draagt in ieder geval bij aan een grote kwaliteit van Rotterdam. Bij de vraag: wie bedoel je met de mensen zelf? hoef je in meer dan tweeduizend straten niet met de mond vol tanden te staan. Daar kunnen de bewoners je die mensen met naam en toenaam aanwijzen.
Herman Meijer
Dit is een column naar aanleiding van de conferentie over Rotterdamse bewonersinitiatieven op 24 juni 2010.
Laat hier een bericht of reactie achter
Bericht of reactie wordt op de website gepubliceerd.
Om te reageren per e-mail: Klik hier