Leve de grote stad

« Voorgaand artikel | Overzicht | Volgend artikel »

 Zwarte Levens Tellen (2)
18 januari 2021

 

De leus Black Lives Matter verschijnt ruim veertig jaar na Black is Beautiful. Deze laatste dateert uit een situatie waarin de raciale gelijkberechtiging in de VS formeel nog moest worden voltooid. De eerste ontstaat in een situatie waarin de maatschappelijke ongelijkheid nog groter is dan toen. Het is paradoxaal dat de positieve, zelfbevestigende en optimistische leus in de tijd voorafgaat aan de defensieve en op zelfbehoud gerichte leus. Misschien moet je zeggen dat de tweede leus realistischer van inslag is, maar de realiteit waarop ze betrekking heeft stemt somber. Het is en blijft absurd en moeilijk verteerbaar dat gezegd moet worden, dat zwarte levens ertoe doen. Het gaat hier om het telbare, fysieke begrip levens. Het gaat dus (nog) niet eens om de kwaliteit van leven! En over de kwaliteit van leven van de zwarte bevolking in de VS valt in het algemeen niet veel goeds te melden. In termen van sociale mobiliteit is het slecht gesteld. Sinds de afschaffing van de slavernij en daarna van de rassenwetten, is die vooruitgang van de zwarte bevolking tegengewerkt. Volgens sommigen is Amerika zelfs als een kastenmaatschappij te typeren, door de mate waarin kleur en sociaaleconomische status bijna bewegingloos samenvallen.

De leus is hier overgenomen, in de eerste plaats uit solidariteit met de beweging in de VS. En blijkens allerlei gebeurtenissen in het afgelopen jaar is daardoor ook het besef van structureel racisme in de westerse wereld toegenomen. Nemen we daarmee ook het Amerikaanse denken in rassentermen over? Dat zou ik geen voortuitgang vinden, net zomin als het overnemen van Drillrap en Black Friday. Zoals eerder gezegd, die indeling in rassen is een uitvinding van witte autoriteiten met bedenkelijke consequenties. Tot voor kort was het bijvoorbeeld in de VS onmogelijk om jezelf als van mixed race te registreren, terwijl dat toch de realiteit van miljoenen mensen is, zo niet van de meerderheid der mensen. Ook de eerste 'zwarte' president van de VS heeft een witte moeder. En zoals ook al eerder gezegd, hoe fictief het rasbegrip ook mag zijn, het creëert zijn eigen realiteit.

In sommige antiracistische kringen in Nederland is het inmiddels de norm om Zwart(en) met een hoofdletter te schrijven. De suggestie is dat we hier met een echte etnisch-culturele of zelfs nationale identiteit te maken hebben, net als Ier of Fries. Terwijl toch qua herkomst en cultuur het bij 'zwarte' mensen in Nederland en veelal daarbuiten ook, om een enorme diversiteit gaat. Die kan je niet straffeloos als Zwart samenvatten. Evenzo worden Mensen van Kleur gegroepeerd tot een collectieve identiteit, die nog veel vager is. En in beide gevallen wordt de definitie gezocht in oppositie tot 'wit', dat als een etnisch homogene massa wordt voorgesteld. De primaire reden van het zo definiëren van categorieën is de - ervaren of veronderstelde - maatschappelijke discriminatie. Maar doet dat schema recht aan de werkelijkheid?

Het lijkt mij dat we in onze maatschappelijke werkelijkheid de structuur van het hier werkzame racisme moeten kennen, dus ook de manieren waarop hier mensen worden onderscheiden, geregistreerd zelfs. En om daar achter te komen moeten we niet voetstoots aannemen dat Nederland een 'witte' maatschappij is, maar dat juist als zoekopdracht nemen: in hoeverre is dit land (nog steeds) een witte maatschappij? En dat is een vraag naar de macht en hoe die wordt uitgeoefend. Alledaags racisme, waarmee bijvoorbeeld mensen met een donkere huid, een moslimuiterlijk, een Aziatisch gezicht of een Joodse verschijning, te maken hebben, heeft een structurele ondergrond. In die ondergrond speelt politieke machtsuitoefening een rol. Deze rol kan inhouden dat het alledaagse racisme erdoor wordt bevorderd, of in andere gevallen er juist door wordt tegengewerkt. Hoe ziet dat er in Nederland uit?