Leve de grote stad

« Voorgaand artikel | Overzicht | Volgend artikel »

 Twee bijzondere uitkomsten
30 november 2009

De slotbijeenkomst in de Burgerzaal had een feestelijk karakter. Er werd iets gevierd. Wat er werd gevierd bleek bij de stemming over de stelling goede buren behandelen elkaar niet als vrienden. Door de aanwezige actieve bewoners werd deze stelling met 63 procent tegen afgewezen. Hoewel de voorafgaande discussie afdoende duidelijk maakte wat het verschil is tussen nabuurschap en vriendschap besloot de zaal dus anders. Het verschil in uitslag tussen bewoners, politici (meerderheid eens) en anderen (bijna de helft eens) onderstreept nog eens hoezeer juist actieve bewoners belang hechten aan vriendschappelijke relaties met buren. In de discussie werden veel feitelijke voorbeelden van zulke relaties genoemd. Buren als vrienden. Wie dat heeft bereikt heeft iets te vieren, zoveel maakte de bijeenkomst wel duidelijk.

De slotbijeenkomst had ook een verkennend karakter: hoever willen we gaan? Als het aan de deelnemers van deze avond ligt luidt het antwoord: best ver. Dat laat zich aflezen aan de stemming over de stelling goede buren spreken andermans kinderen aan. Ook hier weer de actieve bewoners aan kop met een percentage voor van 88 procent. Dus deze mensen twijfelen er niet aan dat kinderen in de openbare ruimte ook als deelnemers aan het openbare leven mogen worden behandeld. Daar wordt door sommige ouders wel anders over gedacht. Beroemd is het voorbeeld van André Hazes die een medepassagier in het vliegtuig, die zijn in het gangpad klierende zoontje corrigeerde, een knal voor z'n kanis gaf. Kinderen worden door zulke ouders als privébezit beschouwd waar je niet aan mag komen, ook als die kinderen niet bepaald van respect voor de ruimte van anderen blijk geven. De overweldigende meerderheid voor deze stelling geeft aan wat er met goed nabuurschap op het spel staat. Het gaat om de sfeer in de straat, maar het gaat ook om een zorgzame omgeving voor opgroeiende kinderen. Het gaat om grenzen stellen aan privégedrag dat de openbare sfeer geweld aandoet. Maar het gaat ook om vertrouwen dat buren in elkaar mogen hebben. Waar anderen zijn die ook opletten is het makkelijker om je kinderen de ruimte te geven. En het leert je kinderen met die anderen rekening te houden. Het gaat dus al met al in deze stelling ook om gedeelde verantwoordelijkheid.

Ik ging met een blij gevoel uit het stadhuis vandaan. Als we in Rotterdam zulke optimistische bewoners met zoveel hart voor nabuurschap hebben, dan hoeven we niet in te zitten over het veelbesproken verval van waarden en normen.

Herman Meijer
Dit is een column naar aanleiding van de bijeenkomst Straten aan het Woord op 14 november in de Burgerzaal van het stadhuis.