Leve de grote stad

« Voorgaand artikel | Overzicht | Volgend artikel »

 Integratie Als Misvormend Frame
28 april 2015

Het Rotterdam waar ik in 1975 als binnenlandse migrant kwam wonen verschilt aanmerkelijk van het huidige. De stad, die altijd al de reputatie had dynamisch te zijn, heeft enkele zeer diepgaande veranderingen ondergaan. Er is veel verschoven en gemoderniseerd in de economische structuur. Er is veel veranderd in de samenstelling van de bevolking.

Er is veel veranderd in het levensbeschouwelijke patroon en in de mentaliteit. ..

En er is nogal wat veranderd in het uiterlijk van de stad, niet alleen van het centrum,maar ook van de wijken daaromheen. En niets wijst erop dat al die veranderingen tot een eind zijn gekomen. Wat kan in zo'n omgeving het begrip integratie betekenen?

Het ligt voor de hand om het begrip 'integreren' in ieder geval dynamisch op tevatten. Dat wil zeggen dat het betrekking heeft op een voortdurend veranderend geheel, met uiteraard enkele constanten, zoals de plaats waar het zich afspeelt: Rotterdam in Zuid-Holland in Nederland in de Europese Unie. Het tot een geheel maken (dat betekent 'integreren') betreft alle onderdelen van de samenleving; de bewoners, de instellingen, de sociale verbanden. En die twee bij elkaar betekenen de politieke opgave om de onderdelen te begeleiden in hunrelatie tot het geheel-in-verandering.

Dit is niet wat er in de nota Integratie010 te lezen staat. De nota maakt eenonderscheid tussen verschillende onderdelen van de samenleving op grond van afkomst. Het gaat in haar vanaf het begin om de inpassing van migranten en hun sociale en culturele bagage. En daarbij gaat het niet om alle migranten, alleen die uit het buitenland.
De nota zou dus Inburgeringsbeleid voor buitenlanders alsondertitel kunnen hebben. Maar zo eenvoudig is het niet.
Want waar het op maatregelen aankomt, bevat de nota ook veel wat vroeger achterstandsbeleid heette. Het verschil met vroeger is ook hier, dat het bestrijden van achterstanden alleen op 'migranten' wordt toegepast.
Achterstanden onder autochtonen - denk aan de duizenden analfabeten - worden hier niet behandeld. En dan is er nog een derde component, anti-radikaliseringsbeleid. En ook dit is weer specifiek toegespitst op 'migranten' en zelfs hun kinderen, wat het begrip migranten wel zeer merkwaardig uitbreidt.

Integratie betekent dus in de ogen van het gemeentebestuur, dat men zich moet richten op buitenlandse nieuwkomers, c.q. hun kinderen. En de nota preciseert dittot diegenen onder hen die niet weten, niet kunnen, niet mogen of niet willen 'integreren'. De enige substantiële, zij het zeer matig uitgewerkte, uitzondering op dit beeld is het antidiscriminatiebeleid. Dit richt zich uitsluitend op (potentiële) werkgevers.

Wat is vervolgens de inhoud van dat 'integreren'? De nota zegt: "Onder integratie verstaan we: de inspanning die de migrant levert om sociaal en economisch deel te kunnen nemen aan de Rotterdamse samenleving [ ... ]" en voegt toe: "Van de samenleving verwachten wij dat migranten de ruimte krijgen en als gelijken worden gezien, erkend en behandeld." Een wel heel specifieke opvatting van wat integreren is. Het begrip laat zich moeiteloos vervangen door 'aanpassen'. De bedoelde aanpassing wordt gevraagd van mensen die zich hier vestigen. Het gaat om immigranten, een woord dat de nota zorgvuldig vermijdt. Maar dit blijkt ook daaruit, dat over zogenaamde expats (die met recht 'migranten' kunnen heten) met geen woord wordt gerept - en dat van hen ook geen aanpassing, zoals het leren van Nederlands, wordt gevraagd. Het gemeentebestuur ziet het als zijn taak "om migranten te motiveren" voor die aanpassing en "hen te wijzen op hun morele plicht." Meer precies vraagt de nota om sociale en culturele aanpassing van 'migranten' aan 'de Nederlandse respectievelijk Rotterdamse normen'. Bij de genoemde voorbeelden blijkt het ook te gaan om bijvoorbeeld "jonge vrouwen van Turkse en Marokkaanse afkomst". Zijn dat 'migranten'? Ook het woord allochtonen dat ooit bedacht is om te onderstrepen dat de zogenaamde migranten niet meer zouden vertrekken, wordt in de nota zorgvuldig vermeden. Zo worden ook geboren Rotterdammers ineens weer migrant'.

Afgezien van enkele details zou de nota dertig jaar terug geschreven kunnen zijn, 1985 dus. Neem bijvoorbeeld dit citaat: "In de wijken waar veel migranten wonen, voelen de oorspronkelijke bewoners van de wijk zich niet meer thuis en hebben ook migranten steeds vaker het gevoel niet welkom te zijn." De analyse, de gedachtegangen, het taalgebruik zelfs, is dat van autochtonen die in de situatie van een vorige eeuw zijn blijven steken. Een gemeentebestuur dat dit gezichtspunt tot het zijne maakt, is kennelijk slecht geïntegreerd in het hedendaagse Rotterdam.

Dat dit zo is blijkt ook uit de blinde vlekken in de nota. Wat is het tegenover-gestelde van integratie? Precies, segregatie. Dus mag je een uitvoerige beschouwing verwachten over segregatie in het onderwijs, het verenigingsleven, huisvesting en arbeidsmarkt.
Niets van dat alles in de nota. Ja, migranten die zichzelf isoleren, die komen voor en heten niet-willers. Maar geen woord over witte en zwarte scholen en de belangrijkste oorzaak daarvan, de witte vlucht, toch ook een vorm van onwil. En net zo min een woord over al die maatschappelijke verbanden in de stad, besturen en instellingen, die in de praktijk nog altijd een blanke elite vormen. Je zou omwille van de 'integratie' een pleidoo verwachten voor toegankelijkheid en doorstroming. En meer nog, maatregelen en voornemens om daarin te voorzien.
Helaas, afgezien van een kleine aanzet voor discriminatiebestrijding op de arbeidsmarkt, wordt er aan dat "ruimte maken" voor de welwillende migrant geen inspanning gewijd.
De dynamiek van Rotterdam komt meer dan ooit van haar diversiteit. De stad profiteert van de verscheidenheid van haar inwoners. Maar dat zou nog meer het geval zijn als ook het gemeentebestuur met een open oog voor de gegroeidenieuwe verhoudingen zou opereren.

De nota Integratie010 werpt ons terug in de probleemstelling van een generatie geleden. Ze gaat voorbij aan de inzichten en praktijken van al diegenen die sindsdien zijn opgegroeid. En ze problematiseert door haar eenzijdigheid opnieuw de immigrantenbijdrage aan onze stedelijke cultuur.

Het is zonde.

Herman Meijer,
april 2015.

(dit artikel werd geschreven voor de Moslimkrant)