Leve de grote stad
« Voorgaand artikel |
Overzicht
| Volgend artikel »
Over ras (18)
6 februari 2019
Racisme is altijd politiek, maar het kan zowel economisch gemotiveerd zijn als direct politiek gemotiveerd.
Een economisch motief is bijvoorbeeld de gewenste verhouding van handelaar en handelswaar in het kader van de slavenhandel. Of de verhouding meester en slaaf in het slavernijstelsel. Een politiek motief is het onderscheid van vriend en vijand, zoals in de vervolging van Joden en de campagne tegen Tutsi's. In alle gevallen komen er staatsorganen aan te pas om de grenzen te stellen en acties in gang te zetten.
In onze wereld van na 1945 is racisme illegaal verklaard. Systematisch en discriminerend onderscheid tussen mensen op grond van onvervreemdbare kenmerken is verboden. Ongelijke behandeling is taboe. Internationale verdragen en nationale wetgevingen zijn wat dat betreft vrijwel eensluidend. Nergens maakt wet- en regelgeving expliciet onderscheid naar ras. Racisme is bovendien als theorie, die groepskenmerken boven individuele kenmerken stelt, onmogelijk geworden. Het vindt geen steun meer in biologie of genetica.
Het zou dus kunnen verdwijnen. Maar dat doet het niet. De economisch gemotiveerde variant is wel teruggedrongen. Mensenhandel en zelfs slavernij komen nog voor en betreffen geschat tussen de dertig en veertig miljoen mensen wereldwijd, maar ze hebben geen racistische legitimatie. Ze zijn zonder meer illegaal, al doet niet elke nationale overheid er veel tegen.
Politiek gemotiveerd racisme daarentegen is er nog of weer. Het speelt op rond migratie. Dan heeft het meestal een xenofobe gedaante. Denk aan de argumentaties van Trump respectievelijk Orban voor hun grensmuren. Het kan echter ook gelinkt zijn aan een concept van nationale veiligheid. In twee actuele kwesties is dat het geval, de verdrijving van de Rohingya uit Myanmar en de behandeling van Oeigoeren (inclusief Kirgiezen, Tadzjieken en Tataren) in China. In beide gevallen zijn de slachtoffers moslims en is terrorismebestrijding de officiƫle dekmantel. En ook in beide gevallen wordt de nationale eenheid als de bedreigde grootheid aangemerkt. Maar gaat het in Myanmar om verdrijving naar Bangladesh, in China gaat het om internering van zo'n miljoen inwoners, hersenspoeling, inkwartiering van Han-Chinezen bij Oeigoerse gezinnen, straatcontroles, digitale surveillance met een verplichte app en marteling. Volgens ingewijden is er sprake van etnocide, dat wil zeggen dat een compleet volksdeel ontdaan wordt van al zijn onderscheidende, godsdienstige en etnisch-culturele kenmerken, tot en met zijn eigen taal.
Over wat de Chinese staat in de provincie Xinjiang aanricht blijft het internationaal opvallend stil. Te vrezen valt dat de toegenomen macht van het land daaraan debet is. Des te erger. Want die maakt het land tot inspiratiebron en partner voor autocraten en would be dictators. Dus mogelijk ook op dit punt van gewelddadige etnische assimilatie. Zo krijgt racisme weer meer toekomst.
Eigenlijk zou ik graag schrijven dat racisme op de terugtocht is, met een voetbalmetafoor: de drie zeer succesvolle nationale (!) elftallen die ik zag in de Nations League, Frankrijk, Duitsland en Nederland, zijn alle drie kleurrijk. De spelers verwijzen qua herkomst naar drie of zelfs vier continenten. Ze beoefenen een sport die het van samenwerken moet hebben. En samenwerking heeft de toekomst.
Dit is ongetwijfeld waar, maar het zegt vooral iets over economisch gemotiveerd racisme. Dat is op zijn retour. Sterker nog, racisme is steeds meer tegengesteld aan economische belangen. Maar politiek gemotiveerd racisme krijgt nieuwe kansen. Die zitten, zoals China laat zien, in de toenemende controledrift met bijbehorende digitale surveillance, waartoe nationale staten verleid worden. Daarin past stelselmatige achterdocht jegens afwijkingen en een hekel aan verschillen - of ze nu ideologisch, cultureel of etnisch van karakter zijn. Als China de weg wijst, wordt racisme up-to-date.